september 8, 2017

Ga eens vreselijk op je bek, dat is goed voor je!

Veel mensen zijn er bang voor: falen. Falen is tenslotte het tegenovergestelde van slagen en succes. Maar is dat wel zo? Ik denk van niet.

Faalangst. Ik had het. Jarenlang. Als middelbare scholier verprutste ik standaard mijn proefwerken wiskunde omdat ik black-outs kreeg. Voor een kampioenswedstrijd van hockey was ik zo nerveus dat ik vlak voor de wedstrijd een bloedneus kreeg. Ik was zo gefixeerd op slagen, dat het tegenovergestelde gebeurde.

Maar was dat falen nou echt zo erg als ik dacht? Zit ik nu aan de grond omdat ik toevallig niet zo’n held in wiskunde ben? Nee, natuurlijk niet. Het gaat eigenlijk best wel lekker zo, als tekstschrijver. In mijn ogen is falen juist ontzettend goed voor je. Ik zal je vertellen waarom.

1. Je wordt er beter van

Falen is een geweldige manier om beter te worden in dingen. Stel, iets lukt in één keer. Dat is natuurlijk leuk; je bent meteen klaar. Maar heb je dan ook echt het beste uit jezelf gehaald? Misschien had het wel beter gekund of anders? De ruimte om dit uit te proberen is er niet geweest. Zonde, want de beste innovaties zijn altijd vooraf gegaan door mislukkingen. Falen en mislukken is hartstikke waardevol. Dikke hartjes dus voor het Instituut voor briljante mislukkingen. Zij hebben het begrepen.

2. Het stuurt je de juiste kant op

Oprah verwoordde het prachtig: “There is no such thing as failure. Failure is just that thing trying to move you in another direction.” En ze heeft gelijk. Als iets gigantisch mislukt, wil dat soms zeggen dat je het verkeerde pad bent ingeslagen. Dat er blijkbaar een ander pad voor je uitgestippeld is dat beter bij je past. Falen en mislukken geven je de kans om te doen wat echt bij je past. Het voorkomt dat je maar blijft doorlopen op dat ene pad. Een pad waarmee je jouw doel nooit zult bereiken en bovendien ook niet geniet van het uitzicht onderweg.

3. Je krijgt doorzettingsvermogen

Elke sporter zal dit beamen: je hebt doorzettingsvermogen nodig om te slagen. En hoe creëer je dat? Door af en toe gigantisch op je bek te gaan. Simpel as that. Een failliet bedrijf, stoppen met je studie, een mislukte relatie. Natuurlijk doet het zeer. Misschien voelt het zelfs wel als tijdverspilling. En dan, na wat treuren, is daar die herstart van je bedrijf, een andere studie, een nieuwe relatie. Je krabbelt weer op en gaat er weer tegenaan. En heej, soms werkt het dan opeens wel. Of niet en dan begin je gewoon nog een keer opnieuw. Net zo lang tot je bent waar je wilt zijn.

4. Het leert je relativeren

Mensen zijn het bangst voor de dingen die mogelijk kunnen gebeuren. Meestal gebeuren ze helemaal niet, maar soms ook wel. En dan ontdek je dat de wereld niet vergaat. Dat een failliet bedrijf ontzettend klote is, maar dat je nog steeds leeft. Dat er dagen zijn dat je de slappe lach hebt, net zoals daarvoor. Dat er echt wel ergere dingen in het leven zijn dan deze mislukking. Dat jij tenminste nog de kans hebt om je bedrijf die herstart te geven of iets totaal anders te gaan doen. En dat niet iedereen dat kan zeggen. Het maakt je dankbaar en leert je relativeren.

5. Anderen kunnen van jou leren

Succes is niet mogelijk zonder het maken van fouten. Of dat nou fouten van jezelf zijn of van anderen. Helaas heerst er in onze maatschappij nog steeds een taboe op falen en mislukken. Mensen delen vooral hun successen en dat is zonde. In haar boek “De kracht van mislukking” laat Sarah Lewis je kennismaken met grote historische mislukkingen. Ze laat zien dat succes en falen geen tegenstellingen zijn. Durf dus te falen en deel je mislukking. Zo laat je niet alleen jezelf, maar ook anderen groeien.

Wat was jouw grootste mislukking?

En, ben jij weleens gigantisch op je bek gegaan? Hoe was dat? Alleen ellende of heeft het je ook wat opgeleverd? Deel het vooral met mij en anderen!

Fotocredits: Nagesh Jayaraman en Jasmeet


Creatieve-tekstschrijver-Kim-