augustus 31, 2016

Minder doen voor meer geluk

Hoe meer ik deed en presteerde, hoe gelukkiger ik als bezig bijtje was. Dat dacht ik tenminste. Wat blijkt: van minder doen, word ik stiekem veel gelukkiger.

Een tijdje terug schreef ik al een blog over ontspullen, oftewel het minder ‘hebben’. Ik legde daarin uit hoe het hebben van minder spullen je leven leuker maakt. Eigenlijk geldt dat ‘minder is meer’ ook voor wat je doet. Ik kom er steeds meer achter dat een leger bestaan je leven zoveel fijner en betekenisvoller maakt. Dat ‘minder’ kun je toepassen op bijna elk facet van je leven. Ik deel er vier met je.

1. Focus niet zo op presteren

Het was in groep vijf van de basisschool dat duidelijk werd dat ik niet uitgerust was met een rekenknobbel. Dus vroeg ik als ijverige 9-jarige aan de meester of ik extra rekenhuiswerk mocht waar ik thuis op zwoegde en zwoegde. Helaas heeft het niet veel uitgehaald, want jaren later verliet ik het VWO met een vijf voor wiskunde A op mijn cijferlijst. En dat terwijl ik juist voor die proefwerken tot diep in de nacht oefende. Toch bleef ik er tot ver achterin de dertig van overtuigd dat als je ergens maar heel hard voor werkt, het succes vanzelf komt. En met dat succes waar iedereen naar streeft: geluk.

Ondertussen weet ik dat het eeuwige focussen op presteren je helemaal geen gelukkig mens maakt. Tenminste niet als de prestatie een doel op zich is, iets waar jij je eigenwaarde aan ophangt. Want wat gebeurt er als de uitkomst van al dat harde werken helemaal niet zo fantastisch is? Grote kans dat je je dan een mislukkeling voelt. Volgens Emma Seppälä, de auteur van het boek ‘De Flow van het geluk’, is het idee dat presteren ons succesvol en gelukkig maakt een hardnekkige misvatting. Sterker nog, het verkleint je kans op geluk. En ze heeft gelijk.

Om mijn patroon te doorbreken, heb ik onlangs na tien jaar mijn abonnement op de sportschool opgezegd. Ik ben erachter gekomen dat ik al die krachttrainingen helemaal niet deed omdat ik het écht leuk vond, maar omdat ik een prestatie wilde neerzetten: kijk mijn spierballen eens! Ik wil het niet meer. Voor mij geen wedstrijd tegen mezelf meer. Ik ga lekker aan de yoga en weer op dansles. Gewoon, omdat ik daar blij van word. Dag spierballen, welkom plezier!

2. Kick af van sociale media

Ik ben verslaafd. Zo dat is eruit. Niet aan drugs of alcohol, maar aan sociale media (oké en ook een beetje aan chocolade van Love Chock). Ik ben niet de enige die lijdt aan socialbesitas, dat scheelt. Uit onderzoek blijkt dat 34% van de mensen tussen de 25 en 35 jaar minimaal drie uur per dag aan social media besteedt. Onder jongeren is dat zelfs 52%.

Sinds een paar weken ben ik mijn gedrag op meerdere fronten aan het analyseren en aanpassen. Zo realiseerde ik me dat sociale media me helemaal niet altijd een gelukkig gevoel geven. Die levens van andere mensen zien er altijd nét wat fantastischer uit dan mijn leven. En als er één ding is dat je niet gelukkig maakt, is het wel het vergelijken met anderen, zoals je in dit blog over gelukkige mensen kunt lezen.

Dus heb ik besloten om wat minder met mijn telefoon vergroeid te zijn en mijn sociale mediaverslaving aan te pakken. Ik heb de app van Facebook van mijn beginscherm gehaald en van alle sociale media apps de notificaties uitgezet. De apps er helemaal afhalen, zoals Ernst-Jan Phauth van de Correspondent deed om van zijn smarthphone-verslaving af te raken, ben ik psychisch nog niet aan toe.

Ik merkte laatst al meteen de voordelen die het opleverde. Ik zat ‘s morgens op het bankje voor mijn huis in de zon. Zonder telefoon. En dat is dus echt een unicum. Ik keek gebiologeerd naar de bijen in de bloemen naast me. Ik werd er helemaal rustig van. Opeens zeiden volslagen onbekenden die voorbij fietsten of liepen gedag. Ik raakte aan de praat met de buurman die vol enthousiasme over zijn vakantieavonturen vertelde. Ik heb daar een uur onwijs zitten genieten en ging met een gevoel van puur geluk naar binnen.

3. Beperk je vriendenkring

In het verlengde van mijn sociale mediaverslaving, ben ik ook eens gaan nadenken over mijn vriendschappen. Door internet en vooral sociale media is het tegenwoordig heel makkelijk om binnen no time honderden ‘vrienden’ te sparen. Van mijn echte vrienden verwachtte ik dat ze wel op de hoogte zouden zijn van mijn wel en wee. Het stond toch op Facebook? Scheelt weer een belletje. Totdat ik me realiseerde dat een groot deel van mijn goede vrienden nauwelijks op Facebook kijkt. Ik zat dus hele dagen tegen relatief onbekenden aan te lullen. Mensen die het waarschijnlijk geen biet interesseert hoe het echt met me gaat. Met mijn echte vrienden miste ik de verbondenheid van vroeger, omdat ze veel minder op de hoogte waren van mijn leven.

Ik kon zelf ook niet meer goed bijhouden wie waarmee bezig was. Het waren gewoon teveel mensen om alles van te onthouden. Toen las ik over een onderzoek van wetenschapper Dunbar over vriendschappen. Hij concludeerde dat een mens ongeveer 150 vrienden en kennissen kan hebben. Daaronder vallen vijf echte boezemvrienden en tien ‘gewone’ vrienden. Dat zette me aan het denken. Wie zijn die vijftien belangrijkste mensen voor mij? Ik heb een lijstje gemaakt en besloten meer aandacht aan deze vijftien mensen te besteden.

Ik nodig mijn vrienden weer uit om samen te eten. Iets wat we vroeger heel vaak deden. Ook ben ik mensen weer aan het bellen in plaats van whatsappen. Opeens heb ik weer echte gesprekken. Gesprekken die de diepte ingaan. Geen gesprekken via whatsapp, terwijl ik ondertussen op mijn laptop kijk of de afwas doe. Het mooiste moment was toen een vriendin tegen me zei: ‘Ik voelde me vandaag een beetje somber, maar nu we hebben gebeld voel ik me stukken beter.’ De verbondenheid die ik toen met haar voelde, deed me zó goed.

4. Geef een aantal hobby’s op

Vervelen? Wat is dat? Ik heb tig hobby’s: lezen, schrijven, tekenen, fotograferen, koken, reizen, films en stadstuinieren (ja moestuinieren kan dus ook gewoon in de stad). Oh ja, ik ben ook nog gek op sporten en dansen. Ik was er altijd wel trots op, op die veelzijdigheid van mezelf. Met mij kan je alle kanten op. Totdat ik laatst het boek ‘Nooit meer te druk’ van Tony Crabbe las. Hij legde uit dat al die hobby’s je leven onnodig druk maken. Daardoor heb je geen tijd om de dingen met aandacht te doen. Juist als je ergens met opperste concentratie mee bezig bent, kom je in een flow.

Als je in een flow zit, maken je hersenen allerlei fijne stofjes zoals dopmine, serotonine en endorfine aan. Daar word je gelukkig van. Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik de sterkste flow voel als ik aan het moestuinieren ben. Zodra ik de moestuin inloop, vergeet ik alles om me heen. Met opperste concentratie haal ik het onkruid weg, oogst ik sla voor de lunch en zaai met precisie nieuwe rijtjes groenten in. Vooral het werken met mijn handen doet wonderen voor mijn piekerende persoonlijkheid. Als ik weet dat ik naast mijn moestuinmomentje nog tig andere dingen in mijn agenda heb staan, kom ik niet in die flow. Dan ben ik tijdens het moestuinieren alweer bezig met mijn volgende agendapunt.

Bedenk dus voor jezelf van welke hobby’s jij echt in die flow raakt en laat die andere voor wat ze zijn. Oh ja, en dat hoeven dus niet per se de hobby’s te zijn waar je in uitblinkt hè! Weg met dat presteren, weet je nog? Het gaat om het plezier, niet om de prestatie. Ik laat de prei die ik in juli heb gezaaid dus ook lekker staan. Ondanks het feit dat ik er gisteren ben achtergekomen dat ik ze in mei had moeten zaaien. Oeps. Ik zie wel wat er van terechtkomt. Ik heb in ieder geval veel plezier beleefd aan het zaaien en uitplanten.

Zelf nog tips?

Ik hoop dat je wat aan deze tips voor een minder druk en betekenisvoller bestaan hebt! Heb je zelf nog tips? Laat het vooral weten!

 

Fotocredits: Jeremy Brooks  en Lino Petito


Creatieve-tekstschrijver-Kim-